Brenninkmeijer adviseert meer gevoel en een open dialoog

Een behoorlijke behandeling van burgers is in Nederland niet gegarandeerd. De machten in onze democratische rechtsorde zijn te dicht naar elkaar toegegroeid en er zijn te weinig tegenkrachten binnen ons constitutionele systeem. Dit schreef Alex Brenninkmeijer, oud-ombudsman en lid van de Europese Rekenkamer, in januari 2021 in een artikel in het Nederlands Juristenblad. In het artikel reflecteert Brenninkmeijer op de Toeslagenaffaire en de conditie van onze democratische rechtsstaat.

Diezelfde maand schoof Brenninkmeijer ook twee keer aan bij David Overbeek van De Nieuwe Wereld om zijn reflectie verder toe te lichten. Er is in Nederland sprake van een trias politica: er is een wetgevende macht, een uitvoerende macht en een rechtsprekende macht. Deze machten zouden elkaars functioneren in de democratische rechtsstaat moeten bewaken, maar dat is in Nederland dus misgegaan. De machten zijn te afhankelijk van elkaar geworden: zij vervullen geen autonome taken meer, maar zijn nauw met elkaar vervlochten. Binnen die vervlechting vertonen de machten bovendien systeemgedrag: wat ze doen wordt voor een groot deel bepaald door wat anderen in het systeem hebben gezegd en gedaan.

Brenninkmeijer noemt dit een systeemfalen. Uit het systeemfalen is de Toeslagenaffaire voortgekomen. Voorafgaand aan de affaire werd door de politiek ingezet op law and order. Dit vertaalde zich naar een stevige fraudebestrijding en strenge handhaving. Dat leidde weer tot wetgeving die ook nog eens krachtig werd uitgevoerd. Ondertussen ontbrak het aan terugkoppelingsmechanismen. Want op het moment dat de wetgeving tot stand kwam en moest worden toegepast, kozen de mensen bij de Belastingdienst voor eenzelfde soort houding als de wetgevende macht. “Het drama is dat ook de rechter loyaal [was] aan de politiek, in de zin dat de rechter het beeld [had] dat hij [moest] volgen in die strenge handhaving”.

Brenninkmeijer geeft aan dat dit probleem niet per se procesmatig van aard is. Hij zoekt de oorsprong eerder in de heersende cultuur. Het gaat om de manier waarop er binnen het systeem gewerkt wordt. Binnen het systeem vertonen de machten systeemgedrag en de mensen werken vanuit systeemwaarden. Wil het systeem zaken behoorlijk afhandelen dan zal het echter ook rekening moeten houden met de waarden die spelen in de leefwereld van de burgers. De burgers hebben vanuit de leefwereld een toenemende behoefte aan maatschappelijke waarden en betekenis. In de reactie op de Toeslagenaffaire werd deze maatschappelijke oriëntatie door de burgers gemist.

In de gesprekken met Overbeek schetst Brenninkmeijer een aantal mogelijke oplossingen. De oplossing voor het systeemfalen begint volgens hem met het onderzoeken van terugkoppelingsmechanismen binnen de overheid. “Terugkoppeling is een gouden mechanisme in deze complexe tijd.” De oplossing voor de verloren verbinding met burgers ligt in het gebruik van een interface: een koppelvlak waardoor de overheid en de burgers makkelijker met elkaar kunnen communiceren. Deze interface bestaat als het aan Brenninkmeijer ligt uit vier onderdelen: persoonlijk contact, het serieus nemen van burgers, het behoorlijk behandelen van burgers en het werken vanuit vertrouwen.

 

Wil het systeem zaken behoorlijk afhandelen dan zal het echter ook rekening moeten houden met de waarden die spelen in de leefwereld van de burgers.

Om de oplossingen tot een succes te maken, moet er binnen het systeem allereerst meer ruimte komen voor het pathos. Nu is alles dichtgeregeld, alles wordt bepaald via de logos. Wil de overheid het systeemfalen wegnemen en de verbinding met burgers verbeteren, dan zal zij een balans moeten vinden tussen logos en pathos, oftewel ratio en emotie. Dialoog is daarbij het sleutelwoord. Vanuit de dialoog kunnen gezamenlijke waarden worden bepaald en in de dialoog voelen burgers zich gezien en gehoord.

In zijn artikel en de twee gesprekken met Overbeek schetst Brenninkmeijer onzes inziens een behoorlijk compleet beeld van de problematiek. Hij noemt bovendien een aantal interessante oplossingen. Wat ons in het bijzonder raakt is zijn reflectie op het gebrek aan pathos in het systeem, net zoals zijn waardering voor de dialoog. Hij maakt zich hard voor zachte waarden en de zogenaamde “menselijke maat” krijgt daadwerkelijk vorm in zijn betoog.

 

In dit artikel is gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Die zijn hieronder te vinden: