“Ik kan de sterren weer zien”, lessen van een Barcelona in Blackout

Maandag werd voor ons in Barcelona, en de rest van Europa, pijnlijk duidelijk hoe strak we vastzitten aan het web van stroom en data. Dat merk je misschien nog het meest aan je eigen automatismen. Voor de vijfde keer die nutteloze lichtknop indrukken en bij jezelf denken: wat een sukkel. Maar dat is het ‘m juist: normaal gesproken heb je het gewoon niet door. Tot het wegvalt.

Zonder de dagelijkse afleidingen ontpopten we ons al snel tot ‘hindsight experts’. De uren zonder informatie leidden onvermijdelijk tot de gesprekken: wat zouden wij anders doen, als wij de stadsbestuurders waren? Dit stuk beschrijft hoe het was om zonder dat digitale vangnet te leven, en wat ons er beter op had kunnen voorbereiden.

“Wat zouden wij anders doen, als wij de stadsbestuurders waren?”

Het besef van wat er gisteren echt aan de hand was tijdens de blackout, sijpelde maar langzaam binnen. Elektrisch fornuis? Dood. Stoppenkast checken? Niks mis. Dan maar naar buiten. En daar zie je het pas goed: je bent niet de enige. De straat staat vol buren, de verwarring is voelbaar. Zelf had ik nog enigszins geluk: flarden van mobiel bereik, net genoeg voor wat krakkemikkige sms’jes om het uur. Een luxe, zo bleek al snel.

Ondertussen gonsde het van de geruchten, een eigen leven leidend zonder de check van het internet. Eerst ‘heel Spanje plat’, toen ‘Portugal ook’, ‘Frankrijk’, ‘Italië’… Je weet niks zeker. Roepers op straat hadden het over ‘de Russen!’ of ‘Noord-Korea!’, maar dat wuif je weg – waar blijven de bommen dan? Maar toch, ondanks rationele verdrukking van gedachtes heb je onzekerheid, dat constante speculeren, vreet aan je.

Maar dan toont het wonen in Barcelona zijn andere kant. Na de eerste chaos zie je de stad zich herpakken met die bekende ‘tranquilo’ mentaliteit. Het was prachtig weer, werken kon toch niet, dus massaal naar het strand. Ergens had die gedwongen onbereikbaarheid, die plotselinge stilte zonder constante afleiding, ook wel iets bevrijdends. Wie contant geld had, was koning – de cervezas vloeiden totdat de taps lauw bier gaven, maar gelukkig waren er nog tapas. Een soort collectieve, sociale weerbaarheid ontstond spontaan op straat en aan de kust.

Toch gold die relaxte sfeer niet voor iedereen. Gestrande reizigers in bloedhete metro’s, verdwaalde toeristen zonder Google Maps, mensen in ziekenhuizen. En ikzelf, met mijn moderne gewoonte van nooit contant geld op zak. Geen eten in huis en plotseling de onmogelijkheid om iets te kopen. Een bizar, vervreemdend gevoel: de winkels zijn er, het eten ligt er, maar jij kunt er niet bij. Zo’n dag maakt pijnlijk duidelijk hoe snel ‘dat klinkt allemaal niet erg’ omslaat in een fundamenteel probleem als je basisbehoeften onbereikbaar worden. Mijn praktische weerbaarheid? Die bleek die dag ver te zoeken.

“Zo’n dag maakt pijnlijk duidelijk hoe snel ‘dat klinkt allemaal niet erg’ omslaat in een fundamenteel probleem als je basisbehoeften onbereikbaar worden.”

Het gevoel écht honderd jaar teruggeworpen te zijn, kwam pas toen de zon onderging en de stad volledig donker werd. Op het balkon zei mijn huisgenoot: “Wow, ik kan de sterren weer zien.” Wat ironisch genoeg een echt lichtpuntje was in dat oprukkende donker. Beneden op straat, op de Rambla in mijn buurt Poblenou, verzamelde men zich ondertussen rond de enige persoon die slim genoeg was voor een oude batterijradio. Het beeld was surrealistisch: een menigte in het pikkedonker, turend naar een krakend kastje voor nieuws. En het meest ‘interessante’ dat de radio-eigenaar kon melden? Dat hij het óók niet wist. Want ja, geen internet. Daar stond je dan, collectief afgesloten.

En dan, rond elf uur ’s avonds: gejuich. Vanaf mijn balkon zag ik het licht als een golf over de Rambla rollen, de stad weer tot leven wekken. In dat gejuich hoorde je de pure opluchting, maar daaronder voelde ik ook de echo van de angst van de afgelopen uren. Niet de oppervlakkige irritatie van een lege telefoon, maar de diepere onrust van het niet weten. Die knagende paniek die je wegdrukt omdat je niet even snel de ‘status van de wereld’ kunt checken op je mobiel. Dit raakt direct aan onze mentale weerbaarheid: hoe afhankelijk zijn we van constante informatie en hoe gaan we om met diepe onzekerheid?

Op een dag zoals gister is er niet veel te doen, behalve praten. En veelal komen die gesprekken neer op “waarom werkt dit niet?”, “waarom werkt dat wel?” en “hoezo hebben ze dit niet beter voorbereid?”. Ik heb daarom ook mijn vrienden hier gevraagd, net als ik buitenlanders in Barcelona: wat zouden jullie hebben willen zien, wat missen we qua aanpak?

Een ding werd uit al die gesprekken pijnlijk duidelijk: noodplannen hebben pas zin als mensen vooraf weten wat die plannen zijn. Misschien wáren er wel aangewezen plekken voor papieren mededelingen, of afspraken over noodstroom – maar als niemand weet waar je moet kijken of zijn, heb je er niets aan. Het gevoel van ‘houvast’, weten waar je aan toe bent, is cruciaal in die chaos. Een simpel informatieblad per huishouden, vooraf verspreid, met basis-noodinfo voor jouw wijk (waar vind ik info, welke pinautomaat kán werken, welke school is een hub?), zou al een wereld van verschil maken en dat gevoel van controle een beetje teruggeven.

“Noodplannen hebben pas zin als mensen vooraf weten wat die plannen zijn.”

Met dat belangrijke punt voorop, kwamen uit de gesprekken met vrienden verder deze concrete knelpunten en ideeën naar voren:

· Informatievoorziening: De behoefte aan betrouwbare info was gigantisch. In een internationale stad is meertalige communicatie essentieel, niet alleen via de radio (die lang niet iedereen heeft), maar juist via bestaande systemen zoals omroepers op het strand, in de metro, of via vaste, vooraf bekende informatiepunten in de wijk voor papieren updates.

· Praktische Zaken: Het gebrek aan cash was acuut. Een paar pinautomaten op noodstroom lijken noodzaak. Mijn eigen idee: kunnen restaurants en ook supermarkten, die voedsel hebben dat anders bederft, niet helpen met eten voor de buurt, via een noodregeling of afspraak voor latere vergoeding? En simpele info over de veiligheid van kraanwater werd ook gemist.

· Community Hubs: Frustrerend was dat zelfs onze universiteit (IBEI) deuren sloot. Juist plekken als scholen of buurtcentra – lokaal bereikbaar! – zouden open moeten blijven als toevluchtsoord. Voor informatie, samenzijn, een oplaadpunt, of om te checken hoe het met kwetsbare buren gaat. Maar dan moet dat plan wel vooraf bekend en gecommuniceerd zijn.

Deze ideeën gaan niet alleen over Barcelona of deze specifieke blackout. Ze raken de kern van stedelijke weerbaarheid in een hyperverbonden, maar dus ook hyperkwetsbare wereld. Voor ons als ‘De Bruggenbouwers’ ligt hier de uitdaging: hoe maken we niet alleen onze systemen robuuster, maar zorgen we ook voor de informatie, de basisvoorzieningen en de sociale ankerpunten die mensen nodig hebben als alles wegvalt? Het begint bij die cruciale stap: zorgen dat iedereen vooraf weet waar hij aan toe is, zodat we niet alleen afhankelijk zijn van spontane veerkracht, maar ook kunnen bouwen op een stukje voorbereide zekerheid.

Geschreven door Davey Taselaar